- afgeven
- {{afgeven}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [kleurstof loslaten] déteindre (sur)2 [+ op][bekritiseren] critiquer (qn., qc.)II 〈overgankelijk werkwoord〉1 [overhandigen] remettre2 [als bevoegde uitreiken] délivrer3 [verspreiden] répandre ⇒ 〈natuurkunde〉dégager♦voorbeelden:1 de bal afgeven aan • passer le ballon àeen brief afgeven • remettre une lettre2 een getuigschrift afgeven • délivrer un certificat3 een aangename geur afgeven • répandre une odeur agréableIII 〈wederkerend werkwoord; zich afgeven〉1 [+ met][zich inlaten] 〈m.b.t. personen〉 se commettre (avec) ⇒ 〈m.b.t. zaken〉s'ingérer (dans)
Deens-Russisch woordenboek. 2015.